Over de saxofoon

De geschiedenis van de saxofoon

  • De saxofoon werd in 1840 ontwikkeld door de Belg Adolphe Sax, naar wie het instrument ook is vernoemd. Sommige mensen zeggen dat Adolphe Sax een ophicleide (soort trompet met kleppen) nam en daar het mondstuk van een klarinet op zette, en zo op het idee van de saxofoon kwam .

Adolphe Sax heeft niet alleen de saxofoon gemaakt, maar ook de meeste koperinstrumenten verbeterd. Ook aan sommige houtblaasinstrumenten: de basklarinet is ook een ontwerp van Adolphe Sax. Hij wilde een instrument maken dat de souplesse van de strijkers had maar ook de dynamische mogelijkheden van het koper (luid) en de klankmogelijkheden van het hout. Hij wilde een instrument dat alle goede eigenschappen van orkestinstrumenten zou hebben. De eerste saxofoon was een bassaxofoon, de rest van de familie kwam later. Omdat een bas makkelijker te bouwen is maakte hij die eerst. In de jaren erna, bouwde hij de rest van de familie.

 

     Adolphe Sax: 

 

 

 

De onderdelen van een saxofoon


De kleppen van een alt-saxofoon:                                                                             

 

 

Mondstuk en riet

Om geluid uit de saxofoon te krijgen, heb je een mondstuk nodig waar een rietje op zit. Meestal zijn deze rietjes van riet. Het zit tegen de onderkant van het mondstuk en word met een rietklem vastgezet. Een mondstuk kan van metaal of van kunststof zijn.

 

De kleppen en de beker

Met de kleppen kun je de hoogte van de tonen bepalen. De toon die je dan speelt, kom meestal uit de beker. De hoge tonen komen niet uit de beker. Als je dus je saxofoon wilt versterken met een microfoon, is dat niet genoeg.

 

De hals 

De hals is het gedeelte van de saxofoon dat het mondstuk met de kleppen verbind. Het is een soort buis met een klepje erop. Als je de octaafklep indrukt, gaat hij omhoog.